“Je kunt natuurlijk de vraag stellen of wetgeving de juiste trigger is om aan de slag te gaan met duurzaam ondernemen”, zegt Redney Janssen, business development director ESG bij Planon, marktleider in software voor vastgoed- en werkplekbeheer. “Maar goed, de wet creëert wel een business-case.”
Vijf redenen
Tot voor kort hielden veel bedrijven de boot af, merkte hij. “Het thema werd vooral gezien als een kostenpost. Het moest nog niet per se en dus wachtte men liever even af. Zelfs binnen de overheid was die houding aanwezig. Maar als je nu met ESG aan de slag gaat, zie je direct dat het een investeringsvraagstuk is.”
Volgens Janssen zijn er inmiddels vijf redenen om ESG-compliant te willen zijn. De eerste is de meest eenvoudige: om bij te dragen aan een betere wereld. De tweede reden vertaalt zich direct in de portemonnee: minder kosten door verminderd energieverbruik. De derde reden is eveneens financieel gedreven: het voorkomen van boetes. “Als je je doelstellingen niet haalt, word je op basis van de EU-taxonomie en de CSRD-richtlijn straks geconfronteerd met een carbon-tax.”
Concurrentievoordelen
Maar er wachten meer financiële consequenties, benadrukt Janssen. “De toegang tot geld wordt afhankelijk van de mate waarin je duurzaam onderneemt. Investeerders zoeken naar groene, toekomstbestendige en rendabele investeringen. Banken zullen groene bedrijven gemakkelijker financieren tegen gunstigere rentecondities. Een ESG-label gaat concurrentievoordeel geven.”
De vijfde reden laat zich minder direct in geld uitdrukken, maar is wel degelijk heel relevant: de war-on-talent. “Nieuwe maar ook bestaande generaties willen werken bij een organisatie die duurzaam is, sociaal verantwoord werkt en goed wordt bestuurd.”