Thijs Sluiter, teamleider Ondersteunende Diensten Beweging 3.0
‘Hospitality moet in ons DNA komen’
Na het afronden van de hotelschool in 2007 werkte Thijs Sluiter in de Amsterdamse hotelschoonmaak. Hij was onder andere werkzaam als housekeeping manager bij Hotel Okura Amsterdam. De hospitalitykennis die hij daar opdeed, brengt hij naar twaalf locaties van zorgorganisatie Beweging 3.0. “Hospitality moet in ons DNA komen.”
Door: Ronald Bruins
Met 3.000 medewerkers verspreid over 12 zorglocaties, 25 wijkteams en een servicekantoor in Amersfoort is er bij Beweging 3.0 altijd wel wat te doen. Sluiter is verantwoordelijk voor de schoonmaak en daarnaast - een verantwoordelijkheid die hij er recent bijkreeg - voor beheer en onderhoud. “De zorgomgeving verandert heel snel”, legt Sluiter uit. “De prijsstijgingen van leveranciers lopen op, soms zelfs twintig tot vijfentwintig procent. Maar de vergoeding vanuit zorgverzekeraars is niet gestegen. Tel daarbij op dat er een krapte heerst op de arbeidsmarkt en je begrijpt dat we zaken anders en vooral slimmer moeten oppakken. Nu is, nog meer dan anders, helderheid en structuur nodig. Wat pakken we wel en niet op? Ook wil je duidelijkheid over functies, zeker als je te weinig mensen tot je beschikking hebt. Waar houdt de verantwoordelijkheid van de één op en begint die van een ander?”
Teamgevoel bij facilitair
Sluiter geeft als voorbeeld het schoonmaken van zogeheten hoog-laagbedden. “Als die worden opgemaakt en schoongemaakt, is het handig dat dat gebeurt voordat de vloeren zijn schoongemaakt. Er kan namelijk een hoop stof van die bedden afkomen dat op de vloer belandt.” De taken strak verdelen is goed, zegt Sluiter. “Maar dat moet niet ten koste gaan van het teamgevoel binnen facilitair. Laatst zag ik dat een zorgcollega per ongeluk een heel lekspoor had getrokken. Ik liep naar de receptie om te vragen of de facilitaire collega het had gezien. ‘Ja’, was het antwoord, ‘maar de schoonmaak is weg.’ Dan kan het niet zo zijn dat we zo’n lekspoor maar accepteren. Al helemaal niet op een plaats waar het bezoek zijn eerste indruk krijgt van onze zorginstelling.”
Hij vervolgt: “Wij hebben als zorginstelling heel veel aandacht voor de zorg en dat is goed. Op het gebied van hospitality kunnen wij nog zeker een stap zetten. We hoeven geen hotel te worden, maar we kunnen wel leren van hotels. Hospitality moet zoals bij een hotel in ons DNA gaan zitten. Als een mevrouw haar oude moeder komt brengen om bij ons te komen wonen, willen we hen welkom heten, een kopje koffie aanbieden en goed de weg wijzen.”