2 mensen achter een laptop

We kopen duurzaam en circulair in, maar kopen we ook menselijk in?

Circulariteit is trending. En dat is prachtig. Het vergroot de kans om een aantal klimaatdoelen te halen of in ieder geval te naderen. Bij het toepassen van de drie P's (People, Planet, Prosperity) gaan we echter nog te vaak voorbij aan de P van People. We kopen duurzaam in, we kopen circulair in, maar kopen we ook menselijk in?

Door: Thomas de Goy en Royan van Velse*

Wat is geregeld in internationale wetten/verdragen?

Er zijn meerdere internationale wetten en verdragen over mensenrechten. In 2015 werd er daarnaast door 193 landen binnen de Verenigde Naties gedebatteerd over de toekomst van de planeet. Dat leidde tot 17 Sustainable Development Goals (SDG’s) die in 2030 bereikt moeten zijn. Veel van deze doelen gaan over mensenrechten: armoede, honger, gezondheid, educatie, werk en vrede. In alle verdragen worden bij elkaar maar liefst 90 verschillende mensenrechten geïdentificeerd.

Wat is de oorsprong van producten en diensten?

In het buitenland is het respect van deze rechten niet altijd even vanzelfsprekend. Steeds meer wordt er daarom vanuit inkoopafdelingen ook navraag gedaan naar de oorsprong van producten en diensten. Het gaat dan veelal om milieuaspecten, maar ook om de inzet van mensen tijdens het productieproces. De aanvoerketen wordt als het ware blootgelegd.

 Leestip!

EU Corporate Sustainability Due Diligence Directive

Vanuit de aandacht voor de people-factor zijn inmiddels labels ontstaan die berusten op het principe van eerlijke handel. Binnenkort wordt dat alles wat meer dwingend, als gevolg van de invoering van de EU Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD). Grote bedrijven dienen, wanneer dit doorgevoerd wordt, gepaste zorgvuldigheid toe te passen met betrekking tot risico’s voor mens en milieu bij alles wat zij inkopen. Voor deze bedrijven is dan een proactieve rol weggelegd.

Nationale wet- en regelgeving

Binnen de Nederlandse arbeidsmarkt hebben we ook te maken met mensenrechten. Artikel 23 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens geeft aan dat eenieder recht heeft op werk. En de Arbeidsomstandighedenwet voorziet eveneens in regels voor werkgevers en werknemers om de gezondheid, veiligheid en welzijn van werknemers te bevorderen.

Participatiewet en SROI

Om iedereen die kan werken maar daarbij ondersteuning nodig heeft een kans te bieden, is per 2015 de Participatiewet van kracht. De gedachte hierachter is dat eenieder naar vermogen participeert aan onze samenleving. Gemeenten zijn hiervoor verantwoordelijk en hebben een budget om deze participatie te ondersteunen, wanneer bijvoorbeeld begeleiding nodig is of investeringen noodzakelijk zijn.

Als het gaat om het benoemen van mensen die onder deze wet vallen, spreken we van SROI: Social Return On Investment. Het betreft bijvoorbeeld mensen die een WW- of bijstandsuitkering hebben gehad en/of ouder zijn dan 50 jaar, Wajong-gerechtigden, lichamelijk of geestelijk gehandicapten, en ook studenten (stagiairs).

Afhankelijk van de categorie, wordt er een bepaalde waarde in punten of fictieve bedragen toegekend. Dit heet de bouwblokkenmethode. Deze bouwblokkenmethode kan per gemeente anders opgebouwd zijn.

Verschillende overheden kunnen wisselende SROI-eisen stellen ten aanzien van toepassing en geldigheid’

Zeker in aanbestedingen door overheidsinstanties, wordt door inkopende partijen een nadruk gelegd op SROI-eisen. In de aanbestedingsdocumenten kan een bepaald aantoonbaar percentage aan SROI-inzet worden geëist van de inschrijvers. Geheel uniform is dit overigens niet. Verschillende overheden kunnen wisselende eisen stellen ten aanzien van toepassing en geldigheid. Dat heeft te maken met het social return-beleid van de desbetreffende gemeente of instantie.

Directe en indirecte sociale bijdrage

Een bepaald percentage of punten aan SROI betekent niet per definitie dat een inschrijver zelf extra mensen die aan de kenmerken voldoen moet aannemen. Er is namelijk sprake van een directe sociale bijdrage en een indirecte sociale bijdrage.

In het eerste geval (directe bijdrage) betreft het daadwerkelijk de vaste medewerkers van de inschrijver. In het tweede geval (indirecte bijdrage), gaat het tevens om de toeleveranciers van de inschrijver. Het percentage of het aantal punten aan SROI dat zij kunnen aantonen binnen hun dienstverlening, telt dan mee voor het totale SROI-resultaat van de inschrijver.

Hier komt de inkoper om de hoek kijken. Het is aan de inkoper om de Participatiewet verder uit te dragen buiten de eigen organisatie en om, indien mogelijk, leveranciers te stimuleren deze mensen in te zetten.

KPI

Binnen PreZero Nederland wordt vanuit de inkoopafdeling met regelmaat een KPI op het gebied van SROI afgesproken met leveranciers. De norm ligt dan veelal op 5% van de opdrachtwaarde of de loonkosten, maar is wel afhankelijk van de vraag of dit in het specifieke geval realistisch is. Hoger is vanzelfsprekend fijn en kan als doel voor de nabije toekomst dienen. Ook daar moet het passen en niet wringen.

Partijen die hier in eerste instantie mee in aanraking komen zijn uitzendbureaus, cateraars en schoonmaakbedrijven. Zij leveren voornamelijk mensen en hebben de mogelijkheid om personen met een afstand tot de arbeidsmarkt weer te laten participeren. Met name de grotere uitzendbureaus hebben zelfs speciale afdelingen die toegespitst zijn op participatie. Deze helpen organisaties bij de invulling van SROI-verplichtingen.

Voor PreZero betekent het enerzijds dat er in de maatschappij wordt meegeholpen aan het stimuleren van participatie, én anderzijds dat er in dit opzicht aan de verwachtingen van klanten kan worden voldaan.

Vastleggen van SROI kan best lastig zijn

Het vastleggen van SROI wil in de praktijk overigens best lastig zijn. Een label als de Prestatieladder Sociaal Ondernemen (PSO) kan hierbij een uitstekend hulpmiddel zijn.

P is van groot belang

De P van People richt zich traditiegetrouw veelal op mensenrechten wereldwijd. Daar ligt ook een steeds grotere focus vanuit inkoopafdelingen. Dichter bij huis, binnen de eigen organisatie en bij klanten, is die P eveneens van groot belang. Ook hier kan een inkoopafdeling een belangrijke rol spelen, door samen met leveranciers zorg te dragen voor een reële, indirecte bijdrage. Deze is vanuit menselijk perspectief overigens net zo waardevol als de directe initiatieven. Organisaties leveren dan een kwalitatieve bijdrage aan het realiseren van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen van de VN. ‘Eerlijk werk’ (SDG 8) en ‘Ongelijkheid verminderen’ (SDG 10) sluiten hier geheel bij aan.

Thomas de Goy en Royan van Velse

* Thomas de Goy (links) studeert Bedrijfskunde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Royan van Velse is manager duurzaam inkopen en facilitair bij PreZero Nederland.