Wat groen kan doen om en in het kantoorgebouw? 'Mogen we het breder trekken?', reageren architect Daan Bruggink en interieurontwerper Laura Vaessen. Zij pleiten voor biofilisch ontwerpen. Dat speelt in op de aangeboren behoefte van de mens om in contact te staan met de natuurlijke omgeving. 'Dat klinkt misschien zweverig, maar dat is het niet. Iedere facilitair manager zou van het bestaan af moeten weten. Dit levert meer productiviteit op.'
Door: Ronald Bruins
Het idee is relatief eenvoudig: we kennen 200.000 jaar van ontwikkeling van de homo sapiens. Slechts 12.000 jaar geleden begonnen we met cultiveren van het landschap door landbouw. 'Daarvoor leefden we samen met en in de natuur', zegt Bruggink. 'Kortom, het grootste deel van ons bestaan hebben we ons gericht op de natuur. Met biofilisch ontwerpen gaan we naar een natuurinclusieve omgeving toe. Omdat dat meer ontspannen en minder stressvol werken is.' Dat dat geen overbodig luxe is, bewijzen onderzoeken, constateert Vaessen. 'De onderzoekers van Terrapin Bright Green uit New York zijn experts op het gebied van biophilia. Zij hebben wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de opbrengsten van een natuurlijke werkomgeving. Daar komen ze tot een daling van het ziekteverzuim van tien procent en een stijging van de productiviteit met zes procent. Het welzijn van medewerkers stijgt met dertien procent terwijl het niveau van creativiteit met vijftien procent omhooggaat.'
Deze effecten beaamt Bruggink die deze in de praktijk terugziet bij zijn biofilisch ontworpen school De Verwondering in Almere. 'Toegegeven, wat betreft materialen was het duurder om deze school te bouwen. Maar daar krijg je minder ziekteverzuim, minder stress, minder agressie en betere prestaties voor terug. Het verdient zichzelf dus terug. Een leerling ervaart de stad, het weer en een groen natuurlijk speelterrein van zand, water en bomen. Uit onderzoek in een school die ook een biofilisch ontwerp had, bleek dat leerlingen veel minder hartslagen hadden dan in een traditionele school.
Oftewel: ze voelden zich veel rustiger. Het kan ook geen toeval zijn dat De Verwondering een van de weinige scholen is waar er een wachtlijst is voor docenten. Leraren willen graag in deze omgeving werken.' Dat geldt ook voor het stadskantoor van Venlo dat door collega-kantoor Kraaijvangers Architects is gebouwd. 'Met als uitgangspunt cradle to cradle. Daar hebben ze, met een vooruitziende blik, het personeelspotje aangewend om de extra investering in circulaire, natuurlijke materialen mogelijk te maken. In de wetenschap dat dat zich terugverdient in het terugdringen van het ziekteverzuim. Daar blijkt hetzelfde als bij onze school: iedereen wil in het stadskantoor werken en die werkplek is dus heel populair.'
Terrapin Bright Green beschrijft de 14 patterns of biophilic design die grofweg zijn in te delen in drie groepen: direct contact met natuur, indirect contact met natuur en het beleven van plaats en ruimte. Vaessen: 'Om met die eerste te beginnen: je haalt letterlijk de natuur naar binnen. Dat gaat over planten en groen, maar ook over contact met buiten.' Bruggink: 'Denk ook aan het zien van daglicht en natuurlijke ventilatie.'
Nummer twee is de indirecte ervaring van natuurpatronen. Vaessen: 'Een bos is op zich visueel heel druk, maar we vinden er door de natuurlijke vormen en patronen toch rust. Die vormen kun je gebruiken of nabootsen in een kantoor. Je maakt vertalingen van de natuur in patronen. Bijvoorbeeld in een wand met een natuurlijke voorstelling of natuurlijke patronen in een tapijt.' Bruggink: 'Daarbij mag dus ook een onderdeel mooi oud worden omdat dat ook een natuurlijke werking is.'
Als laatste uitgangspunt neemt biofilisch onderwerp het ervaren van ruimte en plaats. Vaessen: 'In een groot restaurant gaat nooit iemand precies in het midden zitten, waar je geen overzicht over de situatie hebt. Op kantoor vinden mensen het niet fijn als achter hen de deur ineens open kan gaan. Dat valt terug te voeren naar de savannes waar je rugdekking wilt hebben. Tegen aanvallers of wilde dieren.'
De biofilische principes paste Vaessen toe bij de gemeente Nijmegen. 'Daar kwam de wens voor het meer faciliteren van informele ontmoetingen. Dat als onderdeel van het hybride werken. Uit onderzoek daar bleek dat medewerkers deze ontmoetingen het meeste missen. Dat sinds de start van het vele thuiswerken. We hebben daar het interieurontwerp en de realisatie van twee werkvloeren ter hand genomen. In het stadhuis en in een stadskantoor. De identiteit van de stad wilden we duidelijk naar voren laten komen in het interieur. We hebben dus aandacht besteed aan het water, de vrachtschepen en het rebelse karakter met een rauw randje. Dit hebben we vertaald naar de ruimtes. Daar hebben we dus het water van de Waal terug laten komen, alsook de stenen die langs de rivier liggen.
Het waterthema kwam terug in kleuren, vormen en patronen. Veel blauw dus. De medewerkers daar zijn superblij met de ruimtes.'
Vaessen maakt de vergelijking tussen kantoor en thuis. 'Waar mensen vanuit zichzelf thuis de tuindeuren opengooien, planten neerzetten in de kamer en een raam openen om te ventileren, accepteren we op kantoor vaak nog een kunstmatige, veelal betonnen omgeving. Dat is eigenlijk vreemd. Maak het met natuurlijke materialen ook huiselijk op de werkplek.'
'Hoe hoger je komt in een kantoortoren, denk aan de Zuidas in Amsterdam, hoe meer moeite je moet doen om een natuurlijke omgeving te creëren', zegt Bruggink. 'Om het anders te zeggen: de Aboriginals hebben geen biofilisch ontwerp nodig. Die wonen en slapen al in de natuur. Bij aan de grondgebonden kantoren kunnen deuren en ramen open en kun je sneller dat gevoel met buiten creëren. Maar ook voor hoge gebouwen geldt: met groen- of waterwanden kun je al meer rust creëren dan er was. Kortom, per situatie moet je bekijken wat het beste past.'
Biofilisch ontwerp gaat over het welzijn van medewerkers, constateert Vaessen. 'Dat maakt het ook af en toe moeilijk. De afdeling facilitair zegt dat natuurinclusief ontwerpen bij HR hoort omdat het over het welzijn van medewerkers gaat. HR stuurt ons vervolgens naar facilitair omdat ze het gebouwgebonden vinden. Terwijl je door gezamenlijk op te trekken de best mogelijke werkruimtes kan neerzetten die de productiviteit en het welzijn vergroten. De silo’s van HR en facilitair moeten doorbroken worden. Het mooie is dat biofilisch ontwerpen voor interieur niet meer hoeft te kosten.'
Als de natuurlijke omgeving goed voor ons zorgt, moeten we ook goed voor onze omgeving zorgen, is het credo van Vaessen. 'Vandaar ook dat we vaak gebruikmaken van tweedehands meubilair. In facilitair land wordt voor, naar mijn inschatting, voor negentig procent gebruikgemaakt van fast furniture dat zo’n zeven jaar meegaat. Vaak uit China, compleet met toxische lijmen en het meubilair is niet te hergebruiken. Dat meubilair wordt na de levensduur dan ook en masse weggegooid. Daar waar wij juist meubilair een tweede kans geven. Dus ook vanuit duurzame oogpunt is natuurinclusief ontwerpen een goed idee.'
Lees meer over de groene en duurzame werkomgeving:
De facilitair manager die in zijn betonnen kantoorruimtes wil werken aan de biofilische uitgangspunten, kan als eerste de bureaus naar de ramen toe zetten. Bruggink: 'Laten kijken naar buiten is al een plus. Het liefst vervolgens dan ook nog kijken naar groen. Als het uitzicht niet groen is, kun je dat dus groen maken. Door bijvoorbeeld een parkeerplaats om te turnen. Of er een grens zit aan wat je kan doen met natuurinclusieve elementen? Nee, hoe meer, hoe beter. De enige grens die ik kan bedenken is dat het groen op het werk wel praktisch moet zijn. Het moet niet in de weg staan. Je wilt er geen oerwoud van maken.'
Vaessen noemt namen van partijen waarmee ze samenwerkt om aan tweedehands kantoormeubilair te komen. Zoals Workbrands, Albeka en Welltrade. 'Ook Ahrend is hiermee bezig. Ik vind dat facilitaire leveranciers niet meer onder het circulair ontwerpen van producten en materialen heen kunnen. Ik heb daar op de vakbeurs Facilitair ook een lezing over gehouden. Waar het van de kledingindustrie nu wel duidelijk is dat ze vervuilend zijn, gaan we nog wel door met meubilair dat niet her te gebruiken is. Dat is met de klimaatopwarming een eindige businesscase.' Blijf dicht bij de natuur. Bij water, wind, vuur en aarde. 'We zijn natuurlijk ingestelde mensen', zegt Vaessen. 'Dat zit in ons DNA en daar kunnen we niet onderuit', vult Bruggink aan. 'Natuurlijke ontwerpen zijn dan ook zo logisch als het maar zijn kan en je boekt er in meerdere opzichten ook nog eens winst mee als bedrijf. Wat wil je nog meer?'